Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de mode uiteraard sterk beïnvloed. Dit kwam omdat er een schaarste was aan materialen en grondstoffen, maar de mensen konden zich in deze tijd ook geen luxueuze kleding veroorloven. De kledingstukken uit deze tijd waren dan ook vooral erg simpel, maar wel heel functioneel. De periode na de Tweede Wereldoorlog stond vervolgens helemaal in het teken van de wederopbouw. Vooral in de tweede helft van de jaren 50 kwamen er daarom heel uiteenlopende materialen en grondstoffen beschikbaar, en dit was dan ook vrijwel direct terug te zien in het modebeeld, zowel bij mannen als vrouwen.
Geen minimale hoeveelheid stof
Nieuwe kledingstukken werden niet meer gemaakt met een minimale hoeveelheid aan stof; ze werden juist opgevuld met allerlei extra’s. Ook de effen kleuren die jarenlang gebruikt werden voor kledingstukken maakten plaats voor felle kleuren, maar vooral bloemenpatronen en de beroemde polkadots. De stof die voor deze kledingstukken gebruikt werd was meestal synthetisch. Nylon, acryl en polyester zijn namelijk makkelijk te onderhouden en vrij goedkoop. Daarnaast zijn deze stoffen lichter dan wol, wat ervoor zorgde dat deze stoffen de voorkeur kregen.
New Look dresscode
Ook stonden de jaren 50 in het teken van Christian Dior. Hij introduceerde vlak na de Tweede Wereldoorlog de New Look. Wat vooral heel erg kenmerkend was voor deze dresscode waren kledingstukken met een wespentaille, een boezem met veel accent en erg wijde A-lijn rokken met een petticoat. Bij jurken zag je daarnaast vaak dat deze gedragen werden in erg mooie pastelkleuren of met een bloemenpatroon. Om de taille hierbij meer te accentueren werden deze jurken vaak gecombineerd met een ceintuur. Dit kon een dun ceintuur zijn, maar ook erg brede ceinturen zag je vaak.
Tegenbeweging in de modewereld
De New Look was razend populair, en daarmee ook het zandloperfiguur. Eind jaren 50 ontstond er daarom een tegenbeweging in de modewereld, als reactie op dit model. Het was ontwerper Balenciaga die een jurk ontwierp die in principe het tegenovergestelde was van het zandlopermodel. De vrijwel vormloze jurk leek erg veel op een zak, niet gek dus dat deze jurk al snel de Sack dress werd genoemd. Maar ook Yves Saint Laurent ontwierp een jurk als tegengeluid. In 1958 ontwierp hij de Trapez dress. Ook deze jurk was vooral gericht op bewegingsvrijheid en comfort maar had wel wat meer vorm dan de Sack dress. Het was uiteindelijk deze stijl die zich vervolgens in de jaren 60 ontwikkelde tot de Babydoll stijl.
Gesloten kraag als dresscode
Dat er in de jaren 50 een nadruk werd gelegd op de boezem, betekende niet dat jurken en blouses diep uitgesneden moesten zijn. Dit was in die tijd helemaal niet gebruikelijk. Vrijwel de meeste jurken en blouses hadden in die tijd dan ook een hoog gesloten kraag. Door dit er toch wat leuker uit te laten zien werd dit nog wel eens gecombineerd met een strik. Deze was veelal vrolijk, in een mooie kleur of print.
Lees ook: Kapsels en accessoires uit de jaren 50